© Rootsville.eu

The Teskey Brothers (Aus)
Rock 'n Soul
Trix Antwerpen
(31-01-20)
reporter: Ghost(w)riter - photo credits: Trees Rommelaere

info organisatie: Trix
info artist: The Teskey Brothers

© Rootsville 2020


We werden getriggerd door hun nieuwste, verleden jaar uitgebrachte, album ‘Run Home Slow’. Blijkbaar waren we niet alleen want hun concert van vanavond in de Antwerpse muziektempel Trix was maandenlang op voorhand uitverkocht. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen. Konden de broertjes Josh Teskey (zang, ritmegitaar, mondharmonica) en Sam Teskey (leadgitaar) ons ook live overtuigen? Het beloofde een zwoele en broeierige soulavond te worden volledig in Down Under sfeer want ook het voorprogramma Wilsn kwam uit het verre Australië.

Een land in heropbouw nadat het de laatste weken voorpaginanieuws was omwille van de hevige brandhaarden die het land teisterden. De Aussies likken hun wonden en maken de trieste balans op van deze uit de hand gelopen natuurramp. Maar laat ons focussen op de muziek want daar zijn we tenslotte voor gekomen. Het was de eerste keer dat ik in de vernieuwde Trix te gast was en ik was positief verrast hoe men het vroegere Hof Ter Lo tot een moderne, multifunctionele concertzaal hadden herbouwd. Wilsn, een jonge deerne, mocht de spits afbijten en deed dit op overtuigende manier. Een dijk van een stem en geruggesteund door een drummer en toetsenist/gitarist die ook zijn sampleboot had meegebracht loodste ze ons doorheen haar laatste nieuwe titelloze album

De nummers werden door het publiek gesmaakt en ze kreeg meermaals de handen op elkaar. Verdienstelijk want ik heb al slechtere voorprogramma’s weten spelen. Na een dikke 40 minuutjes was ze klaar met haar ding en maakte ze plaats voor de hoofdbrok van vanavond. The Teskey Brothers schoten gelijk een komeet de hoogte in het laatste afgelopen half jaar en ze werden overladen met lof en de vergelijkingen met de oude soullegendes als Otis Redding en Wilson Pickett vlogen hen om de oren. Oorverdovend applaus toen de 6 heren en 1 dame het Trixpodium betraden en met hun openingsnummer ‘Let Me Let You Down’ was het al meteen raak. Het catchy melodietje blijft in hoofd nazinderen en het nummer kabbelt gezapig op een soulvolle basis verder. Meteen valt het imposante stemgeluid van Josh Teskey op. Zijn stemtimbre is zo zwart en soulvol dat je het moeilijk kan geloven dat er hier een blanke jonge kerel aan het werk is. De band is in 2008 ontstaan in Melbourne en werd in het leven geroepen door Sam en Josh samen met hun partners-in-crime Brendan Love (bas/banjo) en Liam Gough (drums) die tijdens hun live-shows de hulp krijgen van Robbie Moore (toetsen) en een blazersduo bestaande uit Audrey Powne (trompet) en Ernest Stuart (trombone).

De vele optredens die ze deden in de bars en clubs en op feestjes allerhande in de regio rond Melbourne maakt dat er hier een solide goed geoliede band op het podium staat. ‘Cryin Shame’ het openingsnummer van hun debuutalbum ‘Half Mile Harvest’ kan rekenen op heel wat herkenningsapplaus. Meteen wordt ook duidelijk waarom hun Europese tour zo snel uitverkocht was. En het feestje gaat maar door. Josh lardeert zijn fabuleuze stem doorheen de nummers en als hij tijdens ‘I Get Up’ zelfs zonder microfoon gaat zingen en door de knieën gaat is het hek helemaal van dam. De dames op de eerste rij vallen nog net niet in katzwijm. Het uitzinnig applaus na elke nummer neemt hij zichtbaar dankbaar en ontroerd in ontvangst en hij sluit na afloop van de nummers nog heel even de ogen alsof het lijkt of hij al die toejuichingen in zich wil absorberen en er intens van wil genieten. Hij laat ook niet na om meermaals de band te betrekken en zijn bindteksten komen gemeend en oprecht over ook omdat hij ze in dat sappig ‘outback’ dialect taaltje brengt. Ongegeneerde charme in overvloed.

Met ‘Sunshine Baby’ gaan ze de New Orleans toer op. Sam ruilt zijn gitaar in voor de bas van Brandon terwijl deze laatste de banjo ter hand neemt. De trombone solo van Ernest en de gevatte fill ins op trompet van Audrey doen de rest. In het nummer ‘Honeymoon’ mag Sam zich uitleven op de gitaar en hij doet dit op magistrale wijze door een met psychedelica doordrenkte solo uit zijn mouw te schudden. En zo volgt het ene hoogtepunt het andere op. Afsluiten doen ze met ‘Louisa’, een uptempo nummer dat drijft op het handgeklap van het publiek en waar Josh zich zowaar een begeesterd harmonicaspeler toont. Met open mond en vol ongeloof aanschouwen we al dit moois. Natuurlijk mag en kan een bis niet uitblijven. Het tweeluik wordt ingezet met ‘Pain and Misery’. Dit nummer zorgde voor de grote doorbraak bij een breder publiek. Als apotheose krijgen we nog ‘Hold Me’ waarin alle bandleden zich in ware a capella stijl achter hun zanger scharen en zo het publiek induiken. Enkel begeleidt door handgeklap van het publiek geeft Josh een laatste keer alles wat hij in zich heeft te midden van zijn publiek.

Wat een einde, wat een concert! Wij zijn onvoorwaardelijk fan en hopen deze band snel terug te zien op onze podiums. Speelvreugde en vakmanschap gaan hand in hand en hun ongecompliceerde stijl doen alle harten smelten. Als dit de maatstaf is voor wat komen gaat dan gaan we een wondermooi concertjaar tegemoet. Bedankt aan de organisatie van Trix om deze band tot bij ons te brengen.